Olieverf

RECEPTENBOEK: OLIEVERF

Sinds de zeventiende eeuw is het schilderen met olieverf de meest gebruikte techniek. In tegenstelling tot de andere schildertechnieken is het niet mogelijk eenduidige recepten te geven. De basis is het aanwrijven van pigment met een drogende olie, meestal lijnolie. Men verkrijgt dan een olieverfpasta waarmee nog niet altijd te schilderen valt. Men dient dan een schildermedium te gebruiken.

 
Afbeelding 1

PIGMENTEN

De eigenschappen van de pigmenten zijn zeer bepalend voor het resultaat. Droog pigment bestaat altijd uit aan elkaar gekitte deeltjes, de agglomeraten. Door het wrijven worden deze tot kleinere geordende eenheden, de aggregaten, gemaakt. De fabrikant kan deze op zware walsen nog verder tot losse pigmentdeeltjes opdelen. (fig 1 en 2) Bij sommige pigmenten kan het lang duren voordat de olie de agglomeraten volledig heeft opgedeeld. Ultramarijn bijvoorbeeld kan schijnbaar tot een verf met de gewenste consistentie worden aangewreven. Doch na enkele dagen wordt de verf al erg dun, dit betekent dat er teveel olie in de verf zit en er meer pigment moet worden toegevoegd.

Afbeelding 3

OLIE

Olieverf “droogt” door zuurstof uit de lucht op te nemen en de oliemoleculen met elkaar tot een netwerk te verbinden. Daardoor zet de olie aanvankelijk uit (tot 17%) en krimpt daarna door brokstukken af te stoten, hetgeen de typische geur van drogende olie vormt. Bij een te ruim gebruik van olie leidt dat tot craquelures. Brokstukken die in de verflaag achterblijven zijn verantwoordelijk voor de latere vergeling. (fig 3) Dit betekent dat olie eigenlijk een noodzakelijk kwaad is en men olieverf met zo min mogelijk olie moet samenstellen. Dus bij agglomeraten moet er veel ruimte tussen de korrels met olie worden opgevuld. Pigmenten alleen roeren met olie levert dan ook geen echte verf op. Ook aggregaten vergen nog veel olie. Met losse pigmentdeeltjes kan men tot het meest efficiënt gebruik van de olie komen.
De vorm van de pigmentdeeltjes is ook medebepalend voor de benodigde hoeveelheid olie. Platte pigmenten kunnen “gestapeld” worden en hebben minder olie nodig dan pigmenten in de vorm van brokstukken. (fig 4)

Afbeelding 4
Afbeelding 5

EIGENSCHAPPEN

Er kunnen tussen de pigmenten grote verschillen in benodigde hoeveelheid olie optreden. Bepaalde typen titaanwit kunnen met minder dan 20% volumedelen olie tot een verf worden aangewreven. Een kobaltblauw daarentegen heeft ongeveer 140% volumedelen olie nodig. Men zou kunnen zeggen dat titaanwit een magere en kobaltblauw een vette verf is. Maar de veel gehoorde vuistregel “vet over mager” gaat hier niet op. Titaanwit droogt langzaam tot een zachte laag. Daarom voegt een fabrikant altijd wat zinkwit toe om de titaanwitverflaag te verstevigen. Kobaltblauw droogt snel tot een min of meer brosse laag. Stel dat men kobaltblauw olieverf over titaanwit aanbrengt. De brosse, snel gedroogde kobaltverflaag zal over een zachte, nog beweegbare titaanwitverflaag barsten. Omgekeerd geeft een titaanwitverflaag over een kobaltblauwverflaag ook problemen. De olierijke kobaltverflaag zal meer werken, uitzetten en krimpen, dan een titaanverflaag met als gevolg barsten in de titaanwitverflaag. (fig 5) De regel zou niet vet over mager, maar flexibel over minder flexibel moeten zijn.

Afbeelding 6

CHEMIE

Naast de fysische vorm is ook de chemie tussen pigment en olie van belang. Een aantal pigmenten versnelt de droging, andere vertragen dat. Een verf van een pigment dat de droging versnelt, kan vertraagd worden door een andere olie te nemen. In plaats van lijnolie een zogenaamde halfdrogende olie zoals saffloerolie of papaverolie. Deze laatsten vergelen minder dan lijnolie maar leveren ook een zachtere verffilm.
Geeft een pigment zoals bijvoorbeeld kraplak een verf die te langzaam droogt, dan kan men siccatief of droger toevoegen. Een gebruikelijk siccatief is een oplossing van kobalt en zirconiumzouten. Men moet hier zeer spaarzaam mee zijn om schroeien (rimpelen van het verfoppervlak) en verbrandingsverschijnselen te voorkomen. 1 ⁰/00 op de hoeveelheid olie ofwel 4 druppels op 100 milliliter olie is voldoende. Siccatief moet altijd aan de olie worden toegevoegd voordat men verf maakt. Nooit dit siccatief aan kant-en-klare verf toevoegen. (fig 6)

Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergen Meer over cookies »